Ga naar hoofdinhoud

Speerwerpen regels

1. De speer

  • Gewicht:
    • Mannen: 800 gram
    • Vrouwen: 600 gram
    • Jeugd: varieert per leeftijdscategorie
  • Lengte:
    • Mannen: 260-270 cm
    • Vrouwen: 220-230 cm
  • Materiaal: Meestal gemaakt van metaal of glasvezel

2. De werpbaan

  • Lengte: Minimaal 30 meter
  • Breedte: 4 meter
  • Bodem: Moet van gras of kunstgras zijn
  • Aanloop: De atleet mag een aanloop nemen van maximaal de lengte van de baan

3. De worp

  • Startpositie: De atleet moet starten vanuit een stilstaande positie
  • Aanloop: De atleet mag een aanloop nemen
  • Vasthouden: De speer moet worden vastgehouden bij het handvat
  • Vrijlaten: De speer moet worden losgelaten voordat de atleet de werpbaan verlaat

4. Geldige worp

  • Landing: De speer moet landen met de punt eerst
  • Meting: De afstand wordt gemeten vanaf de werplijn tot het dichtstbijzijnde punt waar de speer de grond raakte
  • Punt eerst: De speer moet landen met de punt eerst, anders is de worp ongeldig

5. Ongeldige worp

  • Buiten de baan: Als de speer buiten de baan landt
  • Punt niet eerst: Als de speer niet met de punt eerst landt
  • Baan verlaten: Als de atleet de baan verlaat voordat de speer is geland
  • Vallen: Als de atleet valt tijdens of na de worp

6. Competitie

  • Aantal worpen: Meestal 3-6 worpen per atleet
  • Beste worp: De verste geldige worp telt
  • Tijdlimiet: Atleten hebben meestal 1 minuut per worp
  • Volgorde: Atleten gooien om beurten, meestal in omgekeerde volgorde van ranking