Staande start

De staande start is de standaard starttechniek voor middenlange afstanden (800m, 1500m, 3000m). In tegenstelling tot sprinten worden er geen startblokken gebruikt. Een goede staande start is belangrijk voor een efficiënte eerste fase van de race.

Organisatie:

Startpositie:
- Sta met je voeten op schouderbreedte achter de startlijn
- Plaats je dominante voet iets voor de andere voet (ongeveer halve voetlengte)
- Buig lichtjes door je knieën (ongeveer 30-45 graden)
- Leun iets naar voren met je bovenlichaam (ongeveer 10-15 graden)
- Houd je armen gebogen in een hoek van 90 graden, klaar om te bewegen
Bij het startcommando:
- Bij "Op uw plaatsen!" ga je in de startpositie staan
- Focus op de finishlijn, niet op de andere atleten
- Adem rustig en blijf ontspannen maar alert
Bij het startschot:
- Zet krachtig af met je achterste been
- Zwaai je armen krachtig mee (tegengestelde arm en been)
- Maak de eerste stappen kort en krachtig
- Versnel geleidelijk naar je race tempo

Stofbeschrijving:

De staande start is minder explosief dan een startblok start, maar wel efficiënter voor langere afstanden
Focus op een vloeiende overgang naar je race tempo, niet op maximale snelheid
Bij 800m is het belangrijk om snel naar de binnenbaan te komen na de eerste bocht
Bij 1500m en langer is tactiek belangrijker dan een snelle start

Variatie mogelijkheden:

Tactische start: Oefen verschillende startposities (vooraan, achteraan, in het midden)
Met weerstand: Start met een lichte weerstandsband om kracht te ontwikkelen
Reactie oefening: Train reactiesnelheid op verschillende signalen
Baan positie: Oefen het snel naar de binnenbaan komen bij 800m

Trainerstips:

Laat atleten experimenteren met verschillende startposities om te vinden wat voor hen werkt
Focus op een vloeiende overgang naar race tempo, niet op maximale explosiviteit
Train de eerste 50-100 meter specifiek voor tactische positie (vooral bij 800m)
Oefen regelmatig om vertrouwen te krijgen in de starttechniek