Ga naar hoofdinhoud

Flying starts

Loading...

Organisatie:

  1. Markeer een startlijn en een timinglijn op 30 meter afstand.
  2. Start 20-30 meter voor de timinglijn en bouw snelheid op.
  3. Sprint door de timinglijn met maximale snelheid.
  4. Houd de topsnelheid vast over 20-30 meter na de timinglijn.
  5. Loop rustig terug voor herstel.
  6. Herhaal 4-6 keer met 4-5 minuten rust tussen elke sprint.

Stofbeschrijving:

  • Flying starts trainen de topsnelheidsfase van de sprint, waarbij atleten al op snelheid zijn.
  • Helpt atleten om te leren hoe ze hun topsnelheid kunnen behouden.
  • Verbetert de techniek tijdens de topsnelheidsfase (rechtop lopen, lange passen).

Variatie mogelijkheden:

  • Verschillende aanloopafstanden: Varieer tussen 15m, 20m, 30m aanloop.
  • Met timing: Meet de tijd over de 30 meter sectie om vooruitgang te monitoren.
  • Gecombineerd: Combineer met versnellingsdrills voor een complete training.
  • Competitie: Twee atleten racen naast elkaar.

Trainerstips:

  • Zorg dat atleten voldoende aanloop hebben om op snelheid te komen.
  • Focus op techniek tijdens de topsnelheidsfase: rechtop lopen, ontspannen bovenlichaam.
  • Gebruik deze drill om atleten te leren hun snelheid te behouden over langere afstanden.
  • Monitor de tijden regelmatig om vooruitgang bij te houden.